interview

Onderminister van Netheid: 'Ik ben fan van recyclage'

© Saskia Vanderstichele

Soms zijn de Brusselse straten vuil. Maar! Daar probeert iemand heel hard iets aan te doen. Ze heet Fadila Laanan en ze is staatssecretaris (=soort minister) van Openbare Netheid.

Margaux (M): Hallo, mevrouw Lanaan. Wij zijn leerlingen van het Angelusinstituut in Sint-Lambrechts-Woluwe. Wij werken rond het thema milieu en recyclage. Mogen wij u enkele vragen stellen?
Fadila Laanan (F)
: Natuurlijk. Met plezier.

Eloise (E): Waarom heeft u gekozen voor een politieke carrière?
F
: Voor mij is politiek zich dienste stellen van anderen. Ik heb daar altijd van gehouden. Toen ik jullie leeftijd had, woonde ik in Molenbeek. Ik nam deel aan activiteiten van het gemeenschapsleven. Ik zat in een jeugdhuis.

E: Waarom koos u voor openbare netheid?
F
: Ik heb dat niet kunnen kiezen. Als je minister in een regering wordt, dan wijst iemand jou taken toe. Vaak zijn dat de voorzitters van de partijen. Maar ik ben heel blij dat ik nu mag beslissen over netheid. Want het gaat over iedereen: over zowel kinderen als ouderen. We eten, drinken, en maken allemaal afval.

E: Is afval ophalen moeilijk in een grootstad zoals Brussel?
F
: Het is een uitdaging. Want het is niet overal proper. Er is veel werk te doen. Maar als we erin slagen om Brussel proper te maken, is dat formidabel, niet?

Zazie_Fadila_Laanan_c_Saskia_Vanderstichele_rgb_300dpi
© Saskia Vanderstichele
| De leerlingen van het Angelusinstituut zijn op bezoek bij de Brusselse staatssecretaris voor Netheid.

E: Waarom is er sinds kort een nieuwe, oranje vuilniszak?
F
: Het is een zak om etensresten in te stoppen. We noemen dat organisch afval. Nu gaat al dat afval in de witte zak. Als we dat scheiden, kunnen we beter recycleren (=hergebruiken). In Evere en Etterbeek gebruiken de mensen de oranje zak al langer.

E: Denkt u dat we in Brussel goed recycleren?
F
: Neen, we scoren slechte punten. Europa wil dat steden tegen 2020 de helft van hun afval recycleren. Wij, Brusselaars, halen nu maar 20 procent. Hoe dat komt? Hier in Brussel staan veel gebouwen. We hebben geen grote tuinen. Bewoners kunnen dus niet zelf composteren (=mest maken met etensresten). Daarom hebben we nu overal de oranje zak. Elke burger moet zijn best doen om die te gebruiken.

E: Denkt u dat Brussel ooit afvalvrij zal zijn?
F
: Afvalvrij is moeilijk, maar we kunnen beter. Iedereen moet helpen. Iedereen moet de juiste zak op de juiste dag buiten zetten. Vuilniszakken die op straat slingeren, dat is niet gezellig. Mensen zeggen dan dat Brussel vuil is. Maar we zullen ook meer vuilnismannen en -vrouwen op straat sturen.

E: Wat vindt u goed aan hoe we vandaag recycleren?
F
: Ik recycleer al heel lang. Ik ben een fan van recyclage. Mijn kinderen hebben me erg geholpen. Kinderen leren snel, véééél sneller dan volwassenen. Ze zeggen aan hun ouders: ‘Aandacht! Foute zak!’ Ik denk dat kinderen de volwassenen zullen helpen om beter te zorgen voor onze planeet.

M: Bedankt voor dit interview.
F
: Met veel plezier!

vuilniszakken

RECYCLAGEWEETJES !

Wist je dat ...

  1. alles wat in de witte zak zit, verbrand wordt? De vrijgekomen energie zorgt ervoor dat gezinnen in Brussel licht hebben in huis.
  2. fleecedekentjes gemaakt worden van gerecycleerde plastieken flessen?
  3. je met 670 colablikjes een fiets kan maken?
  4. je met 19.000 conservenblikjes een nieuwe auto kan maken?